Die kleurafwijking loopt zeer uiteen. Soms missen soepeenden bijvoorbeeld alleen de witte halsring, maar ze kunnen ook een hele witte vlek op de kop hebben. Eigenlijk kun je beter kijken naar de kenmerken van een wilde eend. Wijkt iets hiervan af? Dan heb je te maken met een soepeend.
Latijnse naam:
afwezig
Kenmerken:
De soepeend kent een grote verscheidenheid aan kleur van het verenkleed. Zowel mannetjes als vrouwtjes hebben witte delen in hun verenkleed (anders dan de witte halsring van wilde eend mannetjes), hebben soms een egaal kleed, met name op de kop, flanken en onderdelen of kunnen een wat langerekte bouw hebben als bij loopeenden.
Mannetjes missen de witte halsring of hebben juist een bredere halsring dan de wilde eend mannen (meer dan 1 cm). Ook kan de bruine borst veel kleiner zijn of een lichte vlek in het midden hebben. Daarnaast hebben mannetjes soepeenden wel eens bruin gekleurde flanken in plaats van grijs.
Vrouwtjes soepeenden hebben soms een witte halsring, geheel of gedeeltelijk. Ook hebben ze vaak een opvallend lichter of juist donkerder verenkleed met veel minder contrasten dan de wilde eend.
Voortplanting:
Soepeenden vermengen zich met de wilde eenden. Voortplanting gebeurt op dezelfde manier als bij de wilde eend. Het vormen van koppeltjes gaat gepaard met heftige strijd. Mannetjes proberen elkaar zelfs regelmatig te verdrinken om rivalen uit te schakelen. Ook de paring is geen zachtzinnige gebeurtenis. Een vrouwtjes eend heeft het zwaar te verduren als meedere mannetjes met haar willen paren.
Eenden hebben een vrij lange broedperiode: van februari tot augustus. Tijdens deze periode hebben ze 2 tot 3 legsels van 6 tot 10 eieren. Het nest is vaak in de buurt van water te vinden en bestaat uit een met mos en veertjes bedekt kuiltje. Na 24 tot 32 dagen broeden komen de eieren uit. De jonge eendjes kunnen vrijwel meteen zwemmen en na 50 tot 60 dagen kunnen ze vliegen.
Voedsel:
Wilde eenden en soepeenden “grondelen” naar voedsel. Dat betekent dat ze in het water “op de kop” met hun hoofd onder water hangen op zoek naar waterplanten en kleine waterdiertjes. Ze eten ook gras. In parken verslinden eenden echter ook veel ander voedsel. Wat mensen naar hen toe gooien of achter laten schuwen ze zeker niet.