Wie zo nu en dan het pad over Tapijn langs de Jeker volgt, kan volop meegenieten van het leven van de meerkoeten. Het bouwen van het nest, het broeden en de grappige jonge meerkoetjes is makkelijk te volgen vanaf het wandelpad. De felle strijd tussen meerkoeten onderling, of tussen meerkoeten en andere water- en oeverbewoners, is heel indrukwekkend om naar te kijken. Het zijn echte druktemakers.
Latijnse naam:
Fulica atra
Kenmerken:
De meerkoet is een stevige moerasvogel met bijna geheel zwart verenkleed. Ze hebben een spitse, witte snavel en een witte bles. Hun poten zijn ook opvallend; de poot zelf is lichtgroen, maar de “tenen” zijn gelobd en lichtgrijs. Volwassen meerkoeten hebben een rode iris. Jonge meerkoeten die net uit het ei zijn, zien er niet zo fraai uit. Een kaal kopje met wat grijze donsveertjes eromheen en in het gezicht wat oranje gekleurd dons. Meerkoeten maken verschillende geluiden, maar het meest opvallend is het luide “keffen” waarmee ze hun territorium verdedigen.
Meerkoeten worden dikwijls verward met waterhoentjes. Waterhoentjes zijn echter een stuk kleiner en slanker gebouwd, hebben een bruin-achtige rug en een witte streep in de vleugelveren. Daarnaast hebben waterhoentjes witte onderstaartdekveren, waardoor je bij lopen (en soms ook bij zwemmen) een wit vlak aan de achterkant ziet. Het meest zichtbare verschil echter is de snavel. Die is bij waterhoentjes rood met een gele punt en een rode bles. De poten van waterhoentjes zijn minder gelobd dan die van meerkoeten en zijn helemaal groen.
Voortplanting:
Het broedseizoen van meerkoeten loopt van maart tot juli. Hun nest wordt veelal gebouwd van riet en wortels, maar in steden staan meerkoeten bekend om het gebruik van allerlei afval als nestmateriaal. Meerkoeten broeden regelmatig bij elkaar in de buurt, maar verdedigen hun territorium wel fel tegen soortgenoten. Ze hebben per broedseizoen twee tot drie legsels met 6 tot 10 eieren. Na een broedduur van 21 tot 25 dagen komen de eieren uit. De jonge meerkoeten kunnen meteen zwemmen en ze worden door beide ouders gevoerd. Na ongeveer 56 dagen kunnen de jonge meerkoeten vliegen.
Voedsel:
Meerkoeten eten voornamelijk waterplanten. Tijdens het broedseizoen wordt aan de jongen echter vanalles gevoerd zoals slakken en visjes. Meerkoeten eten ook gras.