Tapijnhistorie A3 Gebruikers van de kazerne

Toelichting

Het dertiende regiment infanterie heeft Maastricht als thuisbasis en wordt na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) in de nieuwe kazerne in De Kommen ondergebracht. Dienstplichtige jonge mannen uit Zuid-Limburg krijgen in de kazerne hun eerste militaire opleiding. Er is in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) een sterke band tussen het regiment en de stad. Maastricht is dan de stad van het 13e.

Relatie met Tapijn

Waarom we doen wat we doen

Kachelpiepers

De Maastrichtse carnavalsvereniging De Tempeleers wil in 1951 een prinsengarde oprichten. Zij nemen contact op met adjudant Leenhouts in de Tapijnkazerne. Leenhouts is voorzitter van de onderofficiersvereniging ‘Vriendschap zij ons doel’ en hij weet binnen de kortste keren veertig man te ronselen die prins carnaval willen begeleiden. Een naam voor de prinsengarde is ook snel gevonden: ‘Kachelpijpers’. Die naam verwijst naar de mortieren waar de militairen op de kazerne mee oefenen. Het zijn lange buisvormige wapens die de bijnaam ‘kachelpijp’ kregen. Bij hun eerste optreden zijn ze gekleed in geleende Napoleontische uniformen, maar het volgende jaar dragen ze een zelf bedachte Schotse uitmonstering. De naam is dan inmiddels omgevormd naar Kachelpiepers.
Na het vertrek van de Nederlandse soldaten in 1967 wordt het initiatief overgenomen door Maastrichtse burgers. De Kachelpiepers bestaan nog steeds en zijn een onmisbaar element van het Maastrichtse carnaval geworden.