Water- en moerascipres

Toelichting

Vlakbij de ronde stenen bank, staan een paar exotische naaldbomen. Het zijn de moerascipres (Taxodium distichum) en de watercipres (metasequoia glyptostroboidus). De moerascipres en de watercipres lijken sprekend op elkaar. Voor een leek zijn ze lastig van elkaar te onderscheiden. Het zijn allebei bladverliezende naaldbomen en beide staan bekend als “levende fossielen”. We weten via fossielen in oude gesteentes dat ze al in de prehistorie voorkwamen. De moerascipres komt van nature voor in het Zuiden van de Verenigde Staten, waar hij groeit in brak- en zoetwatermoerassen. De moerascipres maakt in de nabijheid van water soms luchtwortels. Als je goed kijkt, zie je dit ook op Tapijn. Bij de watercipres is dit niet het geval.

Relatie met de mens

Waarom we doen wat we doen

De watercipres en de moerascipres zijn veel in parken aangeplant. In de 17e eeuw is de moerascipres als parkboom in Europa geïntroduceerd. Nadat in de 15e en 16e eeuw nieuwe werelden werden ontdekt, ontstond er een levendige handel in exotische planten en bomen die allemaal hun weg vonden naar Europa. Daar kregen ze een plek in parken en grote buitenplaatsen van de welgestelden. Deze cipressen zijn nog steeds erg geliefd als parkboom.