Dat gebouw was namelijk in oorsprong door een hekwerk afgezonderd van de rest van het kazerneterrein en had een eigen ingang aan de parkzijde. Dit had alles te maken met het isoleren van de –mogelijke besmettelijke – zieken van de overige militairen.
De pylonen zijn opgemetseld met bakstenen in kruisverband en ze hebben een bekroning in de vorm een gekanteelde decoratie. Aan de noordzijde van de kazerne is het hekwerk verdwenen. Hier staan wel nog de twee pylonen van de ingang van de ziekeninrichting.
De hoofdingang opgeschoven
De hoofdingang van de kazerne bevindt zich in oorsprong op de hoek van de Prins Bisschopsingel en de Sint- Hubertuslaan. De Prins Bisschopsingel is namelijk tot 1967 een zeer rustige weg met een bijna parkachtige uitstraling. Met de opening van de Kennedybrug in 1967 verandert dit totaal en wordt het een zeer drukke verkeersweg. De hoofdingang van de kazerne is om daarom enkele tientallen meters opgeschoven naar de Sint-Hubertuslaan.
Op de appèlplaats ter hoogte van het monument van generaal Dibbets vinden we een tweede poort. Deze gaf oorspronkelijk een uitgang naar het oefenterrein in de Kommen dat aan de overkant van de weg lag. Omdat ook het oversteken van de weg hier na 1967 geen veilige optie meer is, wordt er bij de aanleg van de Kennedybrug en –singel een tunneltje onder de weg door gelegd om de toegang tot het oefenterrein zeker te stellen.
Er doen hardnekkige geruchten de ronde over een klein poortje in het hek langs het riviertje de Jeker waarlangs officieren met name in de avond en in de nachtelijke uren zonder de wacht te passeren in en uit konden gaan. Bij dat poortje hoorde dan ook nog een bruggetje over de Jeker.