Kokmeeuw

Toelichting

Kokmeeuwen zijn een groot deel van het jaar in de stad en dus ook op Tapijn te vinden. In de winter herken je ze aan het “koptelefoontje”, de tekening op hun kop. In de zomer hebben de volwassen vogels een chocoladebruine tot zwarte kop. In die periode zijn de meeste kokmeeuwen vertrokken naar hun broedgebieden in Oost-Europa.
Daar gaan ze in het voorjaar naartoe. Ze broeden in moerassen in Duitsland, Polen en Tsjechië. We weten dit, omdat sommige kokmeeuwen een ring om hun poot dragen. Door die ringen af te lezen weten we dat deze stadse druktemakers in het broedseizoen een heel ander leven leiden in een heel andere omgeving.

Relatie met de mens

Waarom we doen wat we doen

Kokmeeuwen zitten in de winter het liefst in de stad, in de nabijheid van de mens, want daar vinden ze het meeste voedsel. Het zijn echte opportunisten die gretig afkomen op weggegooide etensresten van de mens. Meestal vind je ze in de buurt van een vuilnisbak of op een plek waar de eendjes worden gevoerd. We zien ze vaak in de buurt van de volière. We vinden kokmeeuwen eigenlijk maar lastig met hun hinderlijk gekrijs, maar als je de tijd neemt om te kijken vormen de ruzies om een broodkorst of een stukje friet, wel een boeiend schouwspel.